Hoe klonk ons land vroeger? Ik vraag het me vaak af, als ik wandel over oude paden en me voorstel dat mensen hier honderdvijftig jaar geleden ook liepen, van dorp tot dorp, de blik gericht op de torenspits van de plek van bestemming. Aan beelden geen gebrek, zowel in mijn hoofd als in het echt en in de kunst. Maar wat hoorde je? Was het een constant gezoem, gebrom, getjilp, geknerp, gesnater, gefladder en geknor? En hoe klonk het in de stad, waar het een oorverdovend gelui, geklep en getingel moet zijn geweest van klokken en carillons van kerk- en stadstorens?
Hoe ons land héél vroeger klonk, dat kunnen we nooit meer horen. Maar wij hebben in ons hoofd ook geluiden 'van vroeger', die we niet meer horen. Soms realiseer je je opeens dat je al zo lang niet meer.... Ik herinner me het dolle getjilp van de mussen in de boom in de achtertuin, het geruststellende gekaboenk van heien in de verte, op zondagochtend de kerkklokken die elkaar achterna leken te zitten, voor een korte tijd synchroon klonken en elkaar dan weer verloren. En jij?
Voor het begin van de tweede wereldoorlog, toen ik nog jonger dan 4 jaar was, nam mijn vader mij op zondagen mee naar de muziekuitvoeringen van de Surinaamse Militaire Kapel. Die vonden plaats op het Gouvernements Plein in Paramaribo. De muzikanten zaten op een overdekt podium en hadden prachtige witte pakken aan. De Hollandse dirigent, majoor Rouwenhorst, had het mooiste pak aan en hij had bovendien een witte tropenhelm op het hoofd. Voor mij was hij een tovenaar, die door armbewegingen enorm sterke geluiden teweeg kon brengen. Zwaaide hij één arm omhoog, dan gingen de cimbalen af. Twee armen omhoog geslingerd veroorzaakte een krachtige paukenslag. Ging hij met één arm diep omlaag, dan klonk het zware geluid van de sousafoon. Thuis probeerde ik die kunsten na te doen. Helaas lukte het toverkunstje niet. Toen in 1940 de oorlog uitbrak, was het gedaan met de uitvoeringen van de Surinaamse Militaire Kapel.
Loes 07.10.'19 Meestal zaten wij te lunchen als de voddenman met zijn platte kar langs kwam en hard galmde: "Vodden, wie heeft er vodden?" en rond de Kerst: "Hoazen- en Kaninenvellen?" Mijn moeder moest onmiddellijk van tafel om het gevraagde te zoeken, waarmee wij aan de kar een ballon konden krijgen met helium gevuld.
Eind 40er jaren kwamen leden van Het Leger des Heils iedere maand bij ons voor de deur in een kring staan rond de brandende lantaarnpaal en zongen. Ook de spelende kinderen zongen bij hun spel.
De Vierdaagse in Nijmegen werd opgeluisterd door zingende militairen en veel kinderen holden achter ze aan.
De kerkklokken waren zeer aanwezig, zeker nadat wij verhuisd waren naar de H.Landstichting. In ons huis galmden koperen cylinders, dat het etenstijd was. Op school mocht een leerling met de schoolbel tekeer gaan om de pauze aan te kondigen of begin/einde van een schooldag. Later werd dit centraal gedaan door een zoemer. Om 12.00 uur dreunden wij het Angelus op, staande naast onze bankjes. Kwam zo nu en dan Moeder Overste het klaslokaal binnen dan stonden wij meteen op en zeiden in koor: "Bonjour ma Mère!"
Was er iets te doen in de buurt dan werd dit geroepen door een luidspreker op het dak van een auto, die langzaam passeerde.
Vlakbij de stad was een luchtmachtkazerne. Marcheren werd geoefend en Nijmegen-Groesbeek was een geliefd traject. De commandant riep tussentijds: "Links, rechts, links 2, 3, 4 enz." of, "Kruin omhoog, vinger op de naad van de broek, 2, 3, 4".
Veel apparaten waren in die tijd nog handbediend. Op een typekamer ging dit gepaard met veel lawaai. Veel werkers in één ruimte gaven elkaar overlast. Denk ook aan fabrieken. Bij de Spoorwegen klonken de fluit van de conducteur en het rangeren van treinstellen. Lieten mensen hun bezoek uit, werd het afscheid benadrukt door de autotoeter. Maar hiermee glijden we al de nieuwere decennia binnen.
Wat mij betreft heeft ieder tijdperk, plaats en seizoen een geluid. Het allereerste geluid wat ik me kan herinneren is het geluid van spelende kinderen op het pleintje achter ons huis in het dorp waar we toen woonden. Ik was nog te klein om mee te mogen spelen, ik moest vroeg naar bed! Toen ik een jaar of 7 gingen we tussen de boeren wonen. De geluiden die me nu nog aan die tijd en plek doen denken zijn: het koeren van Turkse tortelduifjes, het gekraai van kraaien, de leeuwerik en natuurlijk de kieviten. In de winter weet ik nog het geluid van voetstappen in de verse sneeuw, of het geluid van ijs, als zich een scheur vormde, of gewoon als je iets zwaars op het ijs gooide. Op de lagere school maakte de 'sonic boom' van gevechtsvliegtuigen diepe indruk op me (in die tijd mochten oefenende 'straaljagers' zoals we ze toen noemden, nog gewoon boven een dorpskern door de geluidsbarrière, het was de tijd van de Starfighter). Ik vroeg me als kind af hoe hard die knal wel niet moest zijn voor de piloot. De middelbare school, het geluid van een fietsdynamo, BBC-radio (de Big Ben: 'This is London'), en popmuziek (Radio Veronica, Radio Mi-Amigo, later de disco), en zo kan ik nog wel even doorgaan. Daarom besluit ik met enkele all-time favorite sounds. Dit zijn: 's nachts in de verte een trein voorbij horen rijden. Ook 's nachts: een eenzame blaffende hond. En verder kampeergeluiden (het open/dichtritsen van de tent en vooral: regen op het tentdoek!).
In de vroege uren hoor ik een paar klepperende klompen gevolgd door schelle, schrapende geluiden bij het neerkomen van zolen op de met keien bestrate wegen, wegebbend tot de stilte terugkeert.
Echoënde voetstappen door smalle stegen van een stad als Amsterdam.
Nog voor de Afsluitdijk er was: Het water staat hoog. Komt over de randen van de weilanden. Van sloot tot sloot loopt een melker op klompen naar de koeien. Zijn klompen zakken weg in het drassige land en er ontsnapt een slurpend geluid als hij zijn voeten optilt om ze uit de zuigende modder te trekken.
Met familie in de Achterhoek, kan ik mij het zoemende geluid van bijen en andere insecten herinneren. (Het enige geluid wat hoorbaar was).
En als ik 's nachts in bed lag, het zware ademen van de koeien, en het geluid van hun poten in het zompige weiland, wat naast mijn slaapkamerraam van de boerderij lag.