Jongeren in de middelbare-schoolleeftijd zijn een voor (historische) musea moeilijk te bereiken doelgroep. Vraag een puber naar het waarom, dan krijg je meestal te horen dat het er saai is. Geschiedenis wordt trouwens ook vaak saai gevonden en bovendien nutteloos. Het is toch allemaal al voorbij.
Dit betekent dat er dus twee manieren zijn om jongeren voor je museum te interesseren. Of je maakt het leuker, minder saai dus; of je maakt het relevanter, met andere woorden je doet iets aan het idee dat erfgoed en geschiedenis nutteloos zijn. Ik ben ervan overtuigd dat als je optie twee kiest, één vanzelf volgt.
Kinderen en oude mensen
De meest dankbare doelgroepen voor historische musea zijn kleine kinderen en oude mensen. Kleine kinderen vinden oude dingen nog spannend, mits je er leuke verhalen bij vertelt. Over hoe ze vroeger geen elektriciteit hadden, en dat je dan bij kaarslicht – als je een kaars kon betalen! – een spelletje deed. Of dat er geen auto’s waren en je te paard – als je een paard had! – naar het naburige dorp reisde.
Oude mensen vinden oude dingen meestal leuk omdat ze, met het klimmen der jaren, steeds meer terug gaan kijken. Op een gegeven moment heb je nu eenmaal meer verleden dan toekomst. Dat stimuleert vanzelf interesse in geschiedenis; in de eerste plaats die van jezelf, en van de tijd waarin je bent opgegroeid. Zo zijn bij een 65+ publiek voorwerpen uit de jaren ’40 en ’50 erg geliefd. Het zijn hun spullen, zij hebben ermee gewerkt, gespeeld, hun huis mee ingericht… alleen al het zien van voorwerpen uit hun jeugd maakt verhalen los en roept nostalgische blijdschap op.
Jongeren
Tussen die twee doelgroepen in zitten de jongeren. Oude spulletjes vinden ze niet meer spannend, en herinneringen hebben ze er ook nog niet bij.
Jongeren zijn vooral geïnteresseerd in wat er nu speelt, bij hen in de klas en onder hun vrienden. Hoe kun je er dan voor zorgen dat jongeren tóch voelen dat erfgoed iets met hen te maken heeft? Want natuurlijk is dat het geval: ze hebben zelf misschien nog geen geschiedenis geschreven, maar dat betekent niet dat ze geen deel hebben aan de geschiedenis van hun voorouders.
En kinderen kennen wel degelijk gevoelens van nostalgie. Wie kinderen (onder z’n hoede) heeft, kent het vast wel, de tienjarige die zegt: “Vroeger, toen ik klein was…”. Het probleem is alleen, dat de objecten in erfgoedmusea voor jongeren te oud zijn om er een persoonlijke band mee te hebben, terwijl een algemene interesse in geschiedenis bij veel kinderen van die leeftijd nog niet erg ontwikkeld is.
Dingen die je kent als je…
Daarom ga ik voor het Stadsmuseum Zoetermeer een project ontwikkelen waarbij we, samen met de middelbare-schoolkinderen, aan de slag gaan met voorwerpen uit de jaren ‘00. U kent ze misschien wel, de websites met foto’s die je ‘kent als je geboren bent in de jaren ’70/’80/’90’. Ze zijn niet voor niets zo populair: mensen vinden het leuk om dingen uit hun jeugd terug te zien en herinneringen op te halen.
Het idee is dat de Zoetermeerse jongeren op zoek gaan naar voorwerpen die nu in zijn en die een rol spelen in hun eigen leven, én naar voorwerpen die ze zich herinneren uit hun eigen (nog niet voltooide) jeugd.
Natuurlijk zullen we het ook hebben over wat erfgoed is, en wat de rol is van verhalen bij objecten, en welke verhalen er nu in het Zoetermeerse museum verteld worden. Maar het museum wil zijn collectie graag uitbreiden met hedendaagse voorwerpen. Daarom zullen de objecten die de jongeren verzamelen worden tentoongesteld in tijdelijke opstellingen in de vaste presentatie. Bovendien maken we een Facebookpagina ‘Nostalgie uit de jaren 00’, waar we afbeeldingen en ideeën kunnen verzamelen.
Heb je al een idee voor een jaren ’00 voorwerp? Stuur dan een berichtje met eventueel een foto naar